Gezondheidsproblemen, de naderende pensioensleeftijd, geen opvolging en de snelle ontwikkelingen in de fietsenbranche heeft Jans Vlot er toe doen besluiten om te stoppen met zijn Wielersportzaak. Weliswaar met ‘pijn in het hart’ maar toch! Na eenentwintig jaar sluit Vlot en Winters volgende maand haar deuren aan het Goldsteinplantsoen in De Wijk. ‘Iets half gebakken doen’ is volgens eigen zeggen niets voor Vlot (64). Ook al werd hij zes jaar geleden volledig afgekeurd. Hij ging gewoon door. Werkweken van meer dan zestig uur waren geen uitzondering. Misschien dat van de hartoperatie die hij een paar maanden geleden onderging toch een preventieve werking uitgaat. Nu zoon Rejan die ook werkzaam is in de zaak aangegeven heeft deze niet te willen overnemen was het besluit snel genomen. ‘In de handel en het wielerwereldje is veel veranderd de afgelopen jaren. Om iemand goed op de fiets te zetten, daar komt volgens Vlot meer bij kijken. We maken gebruik van een speciaal meetsysteem om voor elke fietser de ideale positie te bepalen. Hetzelfde geldt voor helmen, kleding en andere zaken. Webwinkels doen dat niet, en verkopen vaak onder inkoopsprijs. Wel goedkoop, maar geen service. Daar willen we niet tegen concurreren. Het is niet leuk, als je kijkt hoeveel uur je er in steekt, en wat het uiteindelijk oplevert. Komt bij dat het pand waarin we zitten eigenlijk drastisch vernieuwd moet worden. Nieuw bouwen is niet haalbaar’.

Met het pand bedoelt Vlot het oude noodlokaal dat in de jaren tachtig bij de kleuterschool toebehoorde. Toen het gebouw destijds te koop kwam te staan, kwam Jans Vlot voormalig wielrenner, voormalig gemeente ambtenaar, en eigenaar van een bouwkundig bureau op het idee, om het schoolgebouw te verbouwen tot drie ruime vrij staande woningen. In een van de woningen woont Vlot nog steeds. De andere twee werden verkocht. Wat overbleef was het noodlokaal, hiervoor was nog geen bestemming. Samen met Jan Winters een politie agent, en ook voormalig wielrenner ontstond het plan om de gezamenlijke passie, het wielrennen en de fietsen onder te brengen in een fietsenwinkel. Zo ontstond op 13 november 1991 Vlot en Winters gespecialiseerd in racefietsen en A.T.B fietsen. Om gezondheidsreden moest Jan Winters zich na een paar jaar al terug trekken. Echter, in korte tijd was veel naamsbekendheid op gebouwd, dus werd besloten de naam niet te wijzigen.

Veel bekende en onbekende wielrenners wisten de weg te vinden naar de wielersportzaak in De Wijk. Niet in de laatste plaats doordat Jans samen met broer Wicher vele jaren actief was op het hoogste niveau. En daardoor veel connecties had opgedaan. Vanaf zijn vijftiende tot zijn zesendertigste jaar won Vlot maar liefst 129 wedstrijden en criteriums in binnen en buitenland. Daar zaten vele mooie overwinningen bij zoals gewonnen etappes in de ronde van Denemarken en Luxenburg, en Kampioen van Nederland bij het tijdrijden. Met renners als Joop Zoetemelk en Gerrie Knetemann reed hij vele jaren samen. En deelde hij regelmatig een hotelkamer. Zoetemelk of ‘de Kneet’ als kopman, en Vlot als een van de knechten. ‘Ik was toen al meer geïnteresseerd in fietsen en materialen. En ging dan wel eens tussen de etappes door een wiel vlechten, gewoon omdat ik leuk vond. Joop had daar geen interesse voor, die bleef op de hotelkamer bij zijn transistor radio hangen’.

Het onderwerp doping in de wielersport komt tersprake. ‘Zelf heb ik ook niet altijd op een plakje brood gereden om het zo maar te zeggen. Het ging in onze tijd vaak om het toedienen van speciale vitamines. Met de juiste medische begeleiding kun je een heel eind komen. Geen enkele tour wordt gewonnen op een gewone manier daar ben ik van overtuigd! Dat kun je alleen maar bevestigingen als je er bij bent geweest’. De jaren zeventig en tachtig waren andere tijden voor een renner. ‘Ik werkte destijds voor de gemeente. Maar in de zomermaanden nam ik onbetaald verlof om wedstrijden te rijden. Na de wedstrijden kwamen de lokale criterium en kermiskoersen. Daar moest je de kost mee verdienen voor je gezin’. Wedstrijden waar het hele dorp voor uitliep. ‘Grote feesttenten die vol zaten met mensen. Een uur na de wedstrijd was de prijsuitreiking zodat er eerst wat verteerd kon worden. En daarna live muziek. Beregezellig altijd. Nu staan er een paar man te kijken bij de finish. Vorige maand nog een reünie gehad met oud-renners. Het groepje dunt behoorlijk uit, 39 van hen zijn al overleden’.

Het waren jaren dat er nog gebikkeld werd. ‘Zwemmen, fietsen, hardlopen en zelf boks lessen om de conditie op pijl te houden. Voor ik naar het werk ging om 8 uur ’s morgens had ik er al minimaal 2 uur training op zitten. En na het werk nog weer een uurtje of drie’. Het vele fietsen en trainen heeft zijn tol geëist zo is de conclusie, want Vlot heeft nagenoeg geen kraakbeen meer tussen de botten. ‘Elke beweging is gevoelig’.

Jonge renners van tegenwoordig hebben een hele andere mentaliteit. ‘Veel talent gaat verloren’ zo constateert hij. ‘Ze worden teveel in de watten gelegd en in bescherming genomen. Rijden op de duurste materialen, carbonfietsen, maar een bidon halen voor de kopman zijn ze niet gewend. Neem de Raboploeg bijvoorbeeld. Die vallen veel te vaak. En ook nog allemaal tegelijk. Heel vreemd. Terwijl het draaiboek tevoren al bekend is. Hier een helling, daar een bochtje. De ploegleider in de wagen kan precies vertellen wat er gebeurt. Leer eerst maar eens een beetje fietsen en sturen is mijn mening. Juist bij de criteriums, met doorgaans veel bochtenwerk ervaar je dat. Maar daar hoeven die jonge gasten niet te rijden. Daarom vallen ze ook zo vaak. Ze staan op de loonlijst bij de sponsor en krijgen hun salaris wel. Belangrijk is als je iets wilt bereiken in de Wielersport, dat je moet leven als een monnik en onderaan als knecht beginnen. Ook het vuile werk opknappen hoort erbij’.

Vlot moet er om lachen als hij praat over die tijd. ‘Voor de wedstrijd wat zeuren en ouwehoeren met elkaar. Maar in de wedstrijd was je elkaars concurrent. In die tijd werd er heel af en toe ook nog wel eens stiekem een criterium verkocht. Was afgesproken wie er zou winnen. Het prijzengeld werd na afloop verdeeld. Een vetpot was het niet, maar je kon er van leven. Af en toe er werd er wel eens een stoot uitgedeeld. Zeker als er afspraken waren gemaakt en iemand voor eigen succes ging. Dat leverde dan vervolgens weer een schorsing op. Na afloop was alles weer alles weer koek en ei. En dronken we samen wat’.

Helemaal los laten zal Vlot de Wielersport nooit zo beseft hij. ‘De verplichting met de zaak daar ben ik straks wel vanaf. Elke zondag in de boekhouding zitten, die rompslomp er om heen, dat zal ik zeker niet missen. Zal altijd wel wat blijven hangen in de wielersport, maar dat zal zich beperken tot hier en daar wat adviseren’. Per 1 Nov. 2012 worden de activiteiten overgenomen door Reinders Wielersport in Ruinerwold nader hierover bericht volgt.