Waar Kleene onverschrokken voetbalde en Brinkman over veel voetballend vermogen beschikte, daar had Rik de Wit één grote kwaliteit. Onverstoorbaar zijn. Een spits kon hoog springen, laag springen, hard rennen, niks doen, theater maken, fysiek spelen, irritant doen; het was Rik allemaal een rotzorg. De spits een beroerde middag bezorgen, dat was het enige dat telde.

En dat lukte de afgelopen 15 jaar vaak. Heel vaak. Daarom was het ook niet zo gek dat ook Rik vroeg bij het eerste elftal kwam. In het seizoen 2004/2005 speelde hij onder André Baas als centrale verdediger de eerste spitsen uit de wedstrijd. Rik verdedigde niet ‘met de botte bijl’, zoals Vinnie Jones of Jaap Stam, en was ook niet sierlijk, zoals Franz Beckenbauer of Alessandro Nesta. Het was vooral slim, solide en constant. Een profiel dat voor elke verdediging een aanwinst is.

Onder Brandsma, Rijke, De Lange, Niemer, Hoekstra en Spijkerman hebben er heel wat verdedigers hun opwachting gemaakt. Alleen zal niemand zo vaak als verdediger in de basiself hebben gestaan als De Wit. Natuurlijk ging er ook weleens wat mis. Zo vestigde Rik in het seizoen 2010/2011 waarschijnlijk een Ruinerwolds record door in twee achtereenvolgende competitiewedstrijden een eigen doelpunt te maken. Tegen Bargeres schoot hij het enige doelpunt van de wedstrijd strak achter Matthieu Klooster in de kruising, waarna hij Klooster een week later tegen Sleen opnieuw verbaasd deed opkijken.

Bovengenoemd incident maakte Rik gelukkig ruimschoots goed. Het mooiste moment uit zijn carrière vond namelijk plaats op 12 mei 2013. Door een kopbal van Rik, in de blessuretijd, won Ruinerwold bij koploper Dwingeloo. De schitterende beelden daarvan zullen nog lang op het internet en op Ruinerwoldse netvliezen staan. En het schijnt dat een enkeling in Dwingeloo er nog weleens zwetend wakker van wordt. Een week later werd Ruinerwold onder Wilko Niemer in eigen huis kampioen tegen GOMOS.

Dat Rik niet alleen kon verdedigen liet hij jaarlijks zien tijdens de zaalvoetbaltoernooien en op vele maandagavonden, met het bedrijvenzaalvoetbal in Meppel. Ook in de zaal was hij een stabiele factor, goed in de combinatie en verscheen hij zowaar geregeld voor het vijandelijke doel. Door zijn sterke conditie schotelde hij tegenstanders op met de ondankbare taak om zijn rushes naar voren af te stoppen.

Naarmate de jaren vorderden kreeg Rik geregeld last van de knie. Toch bleef het voetbal, en vooral de sfeer, trekken. Dat maakte hem uiteindelijk 15 jaar lang een vertrouwd gezicht in het eerste elftal. Mogelijk speelt hij, inmiddels 32 jaar oud, volgend seizoen in een lager elftal. Maar dat gaat hij allemaal nog eens rustig bekijken. Rik, bedankt!