Jan en Jeanet Dunning stoppen met de markt in Staphorst

Wij gaan stoppen’ zo stond er met chocoladeletters boven de advertentie van J & J Markt en Partijhandel in een lokale krant. Maar wie de kleine lettertjes er onder beter las, zag ook dat het de markt in Staphorst betrof. En dat de markten in Kampen en Hoogeveen worden voorgezet door Jeanet. De tamtam heeft goed zijn werk gedaan zo erkent Jan Dunning lachend. Reden genoeg om even bij het ondernemers echtpaar uit De Wijk langs te gaan, om te vragen hoe het nu precies zit met dat ‘stoppen’.

Jeanet: ‘Woensdag 28 november was het inderdaad de laatste keer dat we in Staphorst op de markt stonden, net als Elburg zijn we hiermee gestopt. Daarvoor zijn meerdere redenen. Jan hoopt volgend jaar 60 jaar te worden, en wil het aantal uren wat gaan afbouwen. De vrachtauto was aan vervanging toe. We hebben besloten om daar niet meer in te gaan investeren’. Voor Jan was de keuze ook niet zo moeilijk. Hij kan een vaste baan krijgen als vrachtwagenchauffeur nu de vereiste papieren zijn behaald. ‘Was nu vaak meer dan zestig uur in de week bezig , en straks ga ik drie dagen per week werken, waardoor er meer tijd overblijft voor andere dingen’. Zoals bijvoorbeeld een trip maken naar Nieuw Zeeland waar zoon Ronnie met zijn vriendin woont.

Jan Dunning begon 41 jaar geleden hobbymatig met opkopen van rest en schadepartijen. Variërend van levensmiddelen tot luiers en wasmiddelen. Dit was het begin van J & J Markt en Partijhandel. ‘We zijn ooit begonnen op de IJhorster Markt, maar al spoedig liep het helemaal uit de klauw. Overal was handel’. En kwamen markten bij in Kampen, Elburg, Hoogeveen, Staphorst en Makkinga. Werkweken van 60 uur of meer waren geen uitzondering en zo rolde echtgenote Jeanet er ook bij in. Een hectische tijd want ze had ook nog de zorg voor de drie kinderen. Inmiddels zijn Jan en Jeanet ook de trotse opa en oma van twee kleinkinderen. Beroepsmatig waren ze 22 jaar bezig. En dat wordt nu weer hobbymatig verder gezet.

Jan : ‘Doordat je zo druk bent met inkopen, verkopen, en ‘s avonds de marktwagen bijvullen voor de andere dag kom je bijna nergens meer aan toe. We hebben zitten rekenen. Een plusje hier, een minnetje daar. Alles bij elkaar opgeteld hebben we ervoor gekozen om het wat rustiger aan te doen. Het brood is er. Voor het beleg wordt nu gezorgd’.
Ze geven ook toe dat de handel de laatste jaren behoorlijk is veranderd. ‘Er is meer concurrentie bijgekomen. Vooral ook via Internet. Grotere restant partijen van bedrijven als bijvoorbeeld Unilever gaan soms rechtstreeks naar de voedselbank. Ze geven het nog liever weg, dan dat ze willen verkopen heb je wel eens het idee. De handel blijft natuurlijk wel, zolang je betaalt is alles te koop. Maar het blijft vissen in dezelfde vijver. En dat maakt het wel eens lastig’.

Het leuke van het werk is toch het klantencontact zo geven ze beide aan. ‘Zolang je er zelf plezier aan beleeft en dit uitstraalt kun je veel zeggen. De kraam bij ons is makkelijk, simpel en niet te strak’ . Verzaken was er nooit bij. Jeanet: ‘Weer of geen weer, we kwamen gewoon. De klanten moeten op je kunnen rekenen. De ene dag is de andere niet. Op een zomerse dag kun je geweldig verkopen, maar je hebt ook dagen dat het slecht weer is en er minder mensen komen. Dan kost het je geld. Aandacht en interesse wekken is volgens Jan nog steeds belangrijk om iets aan te de man te brengen. ‘Door de advertentie in de krant ‘Wij gaan stoppen’ brachten ook veel mensen nog even een laatste bezoek aan onze kraam in Staphorst’. En de ook de ‘Open Dag’ in Veeningen is daar een mooi voorbeeld van. ‘Kijken, thee, koffie, wijntje, parkeren en genieten van de natuur. Dit is allemaal gratis. Mensen zijn daar nog steeds gevoelig voor’.

Add a comment

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.